Er was eens
een verhaal over een jongen die heel trots was op zijn school.
De Oscar
Romero. Het was dan ook een heel bijzondere school. Er was er maar één van.
Een school
zo die zo perfect was als deze, nee, daarvan was er niet nog één.
Iedereen op
deze school was heel aardig voor elkaar. De kinderen waren niet van die gewone
kinderen die je op iedere school vind. Dit waren hele speciale kinderen die
nooit sloom of moe of verveeld waren. Ze deden veel samen. Zonder ruzie te
maken. Nou ja, soms misschien een kleine, maar het bleef gezellig. Ze maakten
bijvoorbeeld een fabriek. Een Verhalenfabriek.
Het werd
een hele mooie grote fabriek. En uiteindelijk, toen het klaar was, kwam de
fabriek tot leven.
Zomaar
opeens zat er een man in. Best gek…
Uit de
lucht viel een ster van boven naar beneden. En het werd licht in de fabriek.
De man werd
wakker en zei: ‘WWWWWWIE STOORT DE VERHALENFABRIEK? SPREEK!’
Een klein
meisje dat Kimberley heette stapte naar voren en zei: ‘Wij hebben u geschept,
meneer! Zouden we een verhaal mogen horen?’
De
Verhalenfabriek dacht even na en zei toen: ‘Oké, goed. Eentje.’
De Fabriek
zuchtte en alle kinderen werden stil. Iedereen hoorde het zachte gegiechel dat
plotseling uit de fabriek kwam. Ook gingen er ineens lichten aan. De meeste
kinderen vonden het wel grappig, een paar vonden het een beetje eng. Gelukkig
begon de Fabriek te vertellen:
(begin weer bij het begin!)
door Irwin
door Irwin